Windparken op zee kunnen zelfs zorgen voor meer biodiversiteit
21 juni 2021 at 6:30amIn 2014 was België het eerste land binnen Europa dat een marien ruimtelijk plan had opgesteld om alle activiteiten in ons druk stukje Noordzee gestructureerd in kaart te brengen. De natuur is slechts één van die activiteiten. Frontaal ging eens horen hoe het zit met de biodiversiteit rond de windparken op zee bij dr. Ulrike Braeckman.
Ten eerste: hoe staat het eigenlijk met de windparken in onze elfde provincie?
Ik heb er even de cijfers bij genomen. Tegen het einde van 2021 zouden er 399 windturbines moeten staan, op in totaal 8 parken aan de grens met het Nederlandse deel van de Noordzee, in totaal 238 km². Het vermogen dat ze zullen opleveren, komt overeen met 10% van de Belgische elektriciteitsvoorziening. In 2026 begint de tweede bouwfase in een nieuw gebied tegen de grens met het Franse deel van de Noordzee. Daarvoor is een gebied van 281 km² gereserveerd. Dat zou moeten zorgen voor een verdubbeling van de bijdrage aan de elektriciteitsvoorziening.
Veel mensen denken dat we met windturbines alsmaar meer plekken creëren waar de natuur moet wijken voor de mens en dat de bodem van de Noordzee verwordt tot een kale zandvlakte. Wat denkt u van die stelling?
Het Belgische deel van de Noordzee is een van de drukste ter wereld. We moeten er verschillende functies combineren op een kleine oppervlakte. Er is niet alleen plaats voorzien voor natuur en hernieuwbare energie, maar ook visserij, zandextractie, baggerwerken, scheepvaart, militaire oefeningen… Meer windturbines op het land zetten in plaats van in zee, ligt moeilijk. Weinigen willen ze in hun achtertuin, en bovendien is er meer wind op zee. De huidige windparken staan nu op een plaats waar de zeebodemgemeenschappen het minst rijk zijn, op kalere zandbanken waar een sterkere stroming het zand omwoelt. In vergelijking met gebieden vlak bij de kust is er op die zandbanken minder organisch materiaal beschikbaar, dus minder voedsel, waardoor er daar minder rijke zeebodemgemeenschappen aanwezig zijn.
Het hangt eigenlijk af van je historisch referentiepunt. Als je de situatie neemt wanneer de parken gebouwd zijn, dan was er op die plek minder natuur om te verstoren. Maar als je verder terugkijkt, dan was onze Noordzee een rijker gebied. Wist je dat er tot in de negentiende eeuw oesterbanken waren voor onze kust? Jammer genoeg waren die te populair en zijn ze weggevist.
En om terug te komen op je vraag: windparken op zee kunnen zelfs zorgen voor meer biodiversiteit onder water. De aanwezigheid van de turbines zorgt voor een verandering in stromingen, met lokaal stromingsluwe plekken waar dus minder beroering is van de zandvlakte. Ons Belgisch deel van de Noordzee heeft bijna geen harde substraten, de zeebodem bestaat voornamelijk uit zand. Op de basissen van de windturbines groeien nu mosselen, zee-anjelieren, vlokreeften… Die filteren het plankton uit het water en zorgen zo voor meer voedsel voor andere dieren op de zeebodem. Bovendien zijn de windparken de enige gebieden waar het verboden is om te vissen, waardoor die parken de facto een beschermd gebied worden waar vissen komen schuilen. Onderzoek heeft uitgewezen dat daar meer soorten ongewervelde zeebodemdieren voorkomen, en in hogere aantallen, en ook vissoorten die je niet vindt in andere gebieden, zoals rotsminnende vissoorten.
Zijn de windturbines natuurinclusief gebouwd?
Ik vermoed dat daar in de eerste fase niet echt over nagedacht is. Het meest gebruikte type windturbine wordt in de bodem geheid en rond de basis worden rotsblokken geplaatst voor de stabiliteit. Nu blijkt wel dat daar veel vissoorten op afkomen, maar volgens mij was de biodiversiteit eerder een mooie bijkomstigheid.
In de tweede bouwfase wordt er natuurlijk wel over nagedacht, bijvoorbeeld over het type substraat dat rond de turbines zal gebruikt worden. Dit zou ervoor moeten zorgen dat de biodiversiteit behouden blijft, of zelfs gestimuleerd wordt. Dit is belangrijk, want het gebied voor de tweede fase overlapt met Natura 2000-gebied, dat wordt door Europa beschermd, o.a. voor de grindbedden die een broedkamer vormen veel soorten.
Ik las inderdaad dat 36% van de oppervlakte van het Belgisch deel van de Noordzee beschermd is door de Europese natuurwetgeving. Is dat goed? Of slechts een goed begin?
Ik was betrokken bij dat vooronderzoek. Europa vroeg ons om na te denken over nieuwe Natura 2000-gebieden om af te bakenen. We kozen voor dat gebied tegen de grens met het Franse stuk van de Noordzee, omdat het een hoge diversiteit heeft aan habitattypes. Met alle activiteiten op onze kleine oppervlakte, denk ik dat we meer dan 36% niet voor elkaar gaan krijgen.
Ik las dat het Europese gemiddelde van beschermde zee-oppervlakte ligt op 8,9%. Tegenover onze 36% lijkt dat wel erg laag. Hoe moet ik dit cijfer interpreteren?
Dat hangt ervan af hoe het cijfer wordt berekend. Met onze 65 kilometer kust is het gemakkelijker om aan 36% te komen dan voor een land als Frankrijk of Spanje. Ik vind het ook belangrijker om te kijken naar hoe die bescherming effectief wordt ingevuld, anders blijft het een cijfer op papier.
Natuurpunt wil 10% van de Noordzee vrij houden of vrij maken van menselijke activiteiten. Hoe staat u daar tegenover?
Ons Belgisch deel van de Noordzee wordt zeer intensief gebruikt, voor heel diverse functies. Die 10% vrijwaren van menselijke activiteiten zal niet makkelijk zijn. Maar er is bijvoorbeeld een relatief groot gebied gereserveerd voor militaire oefeningen. Natuurpunt vraagt zich af waarom dat per land georganiseerd moet worden, waarom elk land zo’n zone moet hebben. De Europese militairen werken op zoveel vlakken samen, waarom niet op dit vlak? Het is een idee van Natuurpunt, en ik vind het wel een goed idee.
Natuurpunt droomt van een onderwaterjungle voor onze kust, waar je vanuit een onderzeeër kan kijken naar vissen als kabeljauwen, roggen en haaien die zwemmen tussen de koralen en de zeeanemonen. Een Belgisch Groot Barrièrerif, om het zo te zeggen. Hoe ver staan we van die droom af, en wat moeten we doen om tot zo’n onderwaterjungle te komen?
Bodemberoerende activiteiten weerhouden ons er momenteel van om dat op grote schaal uit te bouwen. Er zijn wel onderzoeksinitiatieven naar het inplanten van riffen van mosselen, kokerwormen en zeegrasvelden om natuurlijke kustbescherming te bevorderen in toekomstige klimaatscenario’s. Die riffen herbergen vaak een lokaal hogere biodiversiteit aan ongewervelden en vissen die zich er komen voeden. Als we in de toekomst gedwongen worden om de zee meer tegen te houden, in de context van de klimaatverandering, krijgt de ontwikkeling van die riffen en dus een kleine onderwaterjungle misschien meer economische prioriteit.
Stel, u hebt het voor het zeggen wat betreft het beleid inzake mariene biodiversiteit. Wat zou u veranderen?
Voor mijn part komt er een hele onderwaterjungle voor de kust (lacht). En dan worden windturbines enkel nog gebouwd op zandbanken. Die windenergie hebben we absoluut nodig om tegemoet te komen aan de vraag naar hernieuwbare energie. Verder zou ik het gebied dat nu officieel beschermd is ook effectief beschermen: geen zandwinning, geen baggerspecie storten, geen bodemberoerende visserij. Op veel plaatsen in dat gebied mag dat nog. Of misschien moeten we dat op Europees niveau indelen in plaats van elk land op zich? Een paar kalere gebieden toewijzen voor dat soort activiteiten, en de rest echt beschermen.
Dit artikel werd geschreven door Sanne Jans voor Frontaal (editie winter 2020, het magazine van Gents MilieuFront. Wil je ook 4x per jaar inspirerende en kritische Frontaal-artikels lezen op papier of digitaal? Word nu lid van GMF en geniet van Frontaal en tal van andere fijne voordelen!
Foto’s: Bart Beuselinck, Pixabay Fill (windmolens) Pixabay Benpixabay (zee)