• Wij zijn GMF

    Zjef, vrijwilliger redactieraad Frontaal magazine

    Alle beetjes helpen, en samen bereiken we meer.

Interview met Erik Thoen: “De mens is altijd al een vervuiler geweest”.

26 juli 2018 at 10:26am

Een interview met ecologisch geschiedkundige Erik Thoen

Erik Thoen is Gewoon Hoogleraar aan de Ugent, waar hij in 1987 zijn doctoraat behaalde. Hij specialiseerde zich in de landbouwgeschiedenis, de sociaaleconomische geschiedenis, de geschiedenis van cultuurlandschappen en de milieugeschiedenis. Ik had met hem een gesprek over de interactie tussen mens en milieu door de eeuwen heen, in de wereld, Vlaanderen en Gent.

Tekst door David de Peu – uit ZomerFrontaal 2018

Wat houdt ecologische geschiedenis precies in?
De ecologische geschiedenis houdt zich bezig met de invloed die de mens in het verleden heeft gehad op de natuur, maar ook hoe de natuur de mens heeft gestuurd in zijn ontwikkeling. Heel wat historici, waaronder mezelf, leggen graag de nadruk op het plaatsen van de milieuproblemen in hun historische context, zeker omdat historici daarmee een belangrijke bijdrage kunnen leveren, in de hoop dat mensen iets leren uit het verleden.

Wat leert het verleden ons over de huidige milieu- en klimaatproblemen?
We kunnen de milieuproblemen alleen oplossen als we weten waarom de mens in het verleden het milieu zo verknoeid heeft. Dat kunnen we enkel begrijpen als we ver teruggaan in de tijd. De mens is altijd een vervuiler geweest, maar in de pre-industriële maatschappij waren er factoren die de milieuvervuiling beperkten. Hergebruik van materiaal was heel gewoon: alles wat gebruikt werd voor de industriële revolutie was in verhouding veel duurder, en men droeg er daarom beter zorg voor. Een van de redenen van de hedendaagse vervuiling is het feit dat de meerderheid van de consumptiegoederen veel te goedkoop is geworden, zeker in verhouding met onze gestegen inkomens.

De mens heeft al heel lang een bepalende invloed op zijn leefomgeving, maar wanneer is dat precies begonnen? Toen de mens aan landbouw begon te doen?
Ook jagers-verzamelaars lieten op bepaalde plaatsen al hun sporen na in het milieu via ontbossing of aantasting van het natuurlijk ecosysteem. Via de landbouw is de mens natuurlijk nog meer de natuur beginnen veranderen. Grootschalige ontbossing staat daar grotendeels mee in verband. Je kan echter ook de medaille van de ander kant bekijken. Via de landbouw wist de mens de natuur in te schakelen voor zijn overleving, konden er veel meer mensen worden gevoed op een kleinere oppervlakte en kon de mensheid massaal groeien in aantal. Ook konden er voedseloverschotten worden geproduceerd waardoor een groot deel van de maatschappij zich buiten de landbouw kon gaan bezighouden met andere zaken, zoals ambachten, handel en cultuur. Tot daar het positief verhaal. Die vooruitgang leidde al vrij snel tot overexploitatie, vervuiling, uitputting van de natuurlijke voorraden en bodemerosie. Dit laatste is vaak het gevolg van intensieve landbouw. Vandaag is meer dan 40% van onze landbouwgronden door erosie aangetast. De gezondheid van onze bodems is van levensbelang voor de voedselvoorziening op de lange termijn, dus dit probleem lijkt me even belangrijk als de opwarming van onze aarde. Vreemd genoeg krijgt het veel minder aandacht.

Is het überhaupt mogelijk om, met de huidige bevolkingsdruk en niveau van welstand, binnen de planetaire grenzen te blijven?
De bevolkingsdruk op zich zal wel onder controle komen, tenminste als we ook de ongelijkheid afdoende kunnen aanpakken op wereldschaal. De geschiedenis toont aan dat een combinatie van welvaartsgroei en een vermindering van de ongelijkheid in het Westen heeft geleid tot  een stabilisering van de bevolkingsgroei. Ik vrees echter dat die evolutie naar welvaartsegalisatie op wereldschaal verder ten koste zal gaan van het milieu. Misschien zal welzijn ooit belangrijker worden dan welvaart, maar daar zijn we nog lang niet. Overigens is het ook zo dat de welvaart van de ene regio in grote mate ten koste is gegaan – en nog gaat – van het milieu in een andere regio. Misschien leidt dat op termijn wel tot conflicten.

De Nederlanden kenden reeds in de middeleeuwen een groot niveau van welvaart. In welke mate heeft dat een invloed gehad op onze leefomgeving?
Heel het Westen, en Vlaanderen in het bijzonder, dankt zijn welvaart aan de textielindustrie. Door kleren te maken en te verkopen zijn wij Vlamingen wat we nu zijn, maar die textielindustrie was wel bijzonder vervuilend. Uit de vroege negentiende eeuw zijn disputen bekend ten gevolge van massale verkleuring van het rivierwater als gevolg van de kleurstoffen die men gebruikte in de textielindustrie. De Gentse textielnijverheid veroorzaakte in de Schelde gekleurd water dat tot diep in Frankrijk werd waargenomen! Bovendien kende men vroeger de schadelijkheid van bepaalde stoffen niet. Zo zijn in sommige Vlaamse steden, zoals Lokeren en Eeklo, waar de konijnenvellenindustrie van groot belang was geworden voor hoedenfabricage vanaf de zeventiende eeuw, de gronden massaal vervuild met kwik dat werd gebruikt om de haren van de vellen los te maken.

Vlaanderen kent een rommelige ruimtelijke ordening, in tegenstelling tot Nederland. Waaraan ligt dit verschil?
Dat de Nederlanders meer open ruimte hebben dan wij heeft wellicht meerdere oorzaken. Eén daarvan is dat Nederland later is geïndustrialiseerd dan Vlaanderen. Bovendien is het zo dat ook de protestantse mentaliteit een rol speelt. Protestanten zijn minder gehecht aan uiterlijkheden dan katholieken, en ze zijn minder individualistisch ingesteld. Bovendien hebben de katholieken, die het bij ons lang voor het zeggen hadden en in vele dorpen en steden nog steeds regeren, lange tijd de mensen zoveel mogelijk buiten de perverse (vaak liberale en socialistische) steden willen houden, door bouwen op ‘de buiten’ aan te moedigen. Ten slotte wou men in het tot de jaren ‘60 arme Vlaanderen de pendel naar het rijkere Wallonië zoveel mogelijk tegengaan door ook industrie op het platteland in te planten.

Gent was in de Middeleeuwen gedurende enige tijd de tweede grootste stad van West-Europa ten noorden van de Alpen. Om een voor die tijd grote populatie te voorzien van voedsel en materialen, en omwille van nijverheden in de stad, had Gent een grote invloed op zijn directe omgeving. Heeft u een idee in welke mate? Zijn daar vandaag nog sporen van? Was men zich in die tijd al bewust van milieuproblemen?
Al omstreeks 1300 had Vlaanderen even weinig bossen als vandaag, maar toch waren er meer bomen. De meeste percelen waren afgezoomd met bomenrijen, tronken of brede hagen. Dat hout was van levensbelang als brandstof. De percelen waren dan ook al heel erg versnipperd. Dat had te maken met de grote bevolkingsdichtheid van Vlaanderen en met het erfrecht dat splitsing van de percelen toeliet en bevorderde. Wat u zegt over de rol van het platteland inzake voedselvoorziening van onze vele rijke steden klopt helemaal, maar vergeet ook niet dat onze steden al vanaf de middeleeuwen veel producten, waaronder granen, invoerden. In de grote steden kwam meer dan 50% van het graan uit het buitenland!

Tegen het einde van de negentiende eeuw kende Gent de eerste saneringen: vuile waterlopen werden gedempt en hele wijken moesten plaatsmaken voor brede straten en pleinen. Kunnen we die periode aanstippen als het begin van milieubeleid?
Steden als Gent zijn zelfs al voor 1800 begonnen met het dempen van de vele waterlopen, omdat ze te vervuild waren. Het zicht en de stank hinderden de nieuwe rijke elites die zich in de stad vestigden. Bovendien schrok men er tegelijk niet voor terug om krottenwijken in de stad aan te leggen waar de arbeiders in slechte leefomstandigheden werden gehuisvest, in zogenaamde beluiken. Die beluiken waren afgezonderd van de elites met muren en poorten. De eerste sporen van een zekere vorm van milieubeleid in de stad zijn ontstaan wanneer men de levensomstandigheden van de mensen in de beluiken probeerde te verbeteren. Maar ook dat viel vaak samen met het saneren van open ruimtes: niet met het oog op een beter milieu op zich, maar om besmettelijke ziekten uit de stad te bannen. Met name cholera was in de negentiende eeuw de grote boosdoener. Men besefte dat de slechte leefomstandigheden er grotendeels voor verantwoordelijk waren!

De lange versie van het interview vindt u via deze link: http://daafsblog.blogspot.be/2018/04/de-mens-is-altijd-een-vervuiler-geweest.html

 

Dit artikel werd gepubliceerd in ons tijdschrift Frontaal.

Deze komt 4 maal per jaar uit voor al onze leden!

Wil jij Frontaal ook ontvangen?

Voor €5 per jaar ben je lid. Lid worden kan eenvoudig hier

 

 FRONTAAL 2017 winter klad 3 1 1 001
Print

Zonder leden geen GMF!

Word lid vanaf €10 per jaar en ontvang 4x per jaar ons magazine Frontaal

Lid Worden X