Opinie Wildzwemmen: De angst voor open water maakt ons kwetsbaar
5 juli 2022 at 12:10pm**Deze opinie, van de hand van Hannes Cosyns en Lieven Symons, beiden actief bij Waterland vzw, verscheen op zaterdag 2 juli in De Standaard.** _____________________________________________________________________________________________________________________________
Zwemmen in open water is minder gevaarlijk en minder ongezond dan vaak wordt gedacht, schrijven Hannes Cosyns en Lieven Symons. En de roep om verkoeling weerklinkt steeds luider.
In recente nieuwsberichten klopt Vlaanderen zichzelf op de borst: De waterkwaliteit is de voorbije jaren nooit zo goed geweest als nu. Dat klopt. Heel wat initiatieven hebben vruchten afgeworpen. Maar veel slechter kon die waterkwaliteit dan ook niet meer worden. Een eerste reeks inspanningen heeft effect gesorteerd. Daardoor voldoet de waterkwaliteit op een aantal plekken in Vlaanderen (op bepaalde momenten) aan de Europese normen.
Toch is er meer nodig. De zuiverings- en rioleringsgraad moet beter, landbouw en industrie moeten minder vervuilen en onze rivieren moeten hun zelfzuiverend vermogen weer ten volle kunnen benutten. Gezonde waterlopen met groene, zachte oevers, ruimte voor water, biodivers waterleven en meanders hebben een zuiverend vermogen. Al onze waterlopen zijn zo door de mens aangepast dat ze dat effect op veel plaatsen zijn kwijtgespeeld.
De Europese normen voor waterkwaliteit zijn niet dezelfde als die voor zwemwaterkwaliteit. Voor de zwemwaterkwaliteit wordt vooral gekeken naar de bacteriën E. coli en intestinale enterococcen. De Europese doelstellingen beoordelen ook het overige leven en biodiversiteit in de waterlopen.
Meten is weten
Ondanks de slechte kwaliteit van de waterlopen voldoet de waterkwaliteit op sommige momenten wél aan de zwemwaternorm. Het probleem is dat de waterkwaliteit niet stabiel genoeg is. Dat komt onder meer doordat er nog te vaak overstorten in werking treden. Bij hevige regenval kan de riolering dat water niet slikken in combinatie met het afvalwater en loost het ongezuiverd rioolwater in onze waterlopen.
Het meetsysteem in Vlaanderen is onvoldoende uitgerust om realtime zicht te krijgen op de waterkwaliteit. Daardoor is onvoldoende duidelijk wanneer zwemmen inderdaad af te raden is. Veiligheidshalve redeneert de Vlaamse overheid dat het dan beter is om zwemmen helemaal te verbieden. Nogal een zwart-witredenering.
“De vooruitgang in technologie maakt de waterkwaliteit meten flexibeler, moet de regelgeving dan nog zo stroef blijven?”
In Gent is Waterland enkele jaren geleden zelf beginnen te meten. De stad wilde zelf meer voeling krijgen met de waterkwaliteit en is onder andere aan het Houtdok gestart met een meetreeks (die ondertussen al bijna twee jaar loopt). Volgens de huidige regelgeving is het water te vaak van te lage kwaliteit. Het verdict luidt: we mogen hier nooit zwemmen. Met een goede (realtime) meetreeks kunnen we nochtans gedetailleerd en direct weten hoe goed of slecht de waterkwaliteit is. De vooruitgang in technologie maakt meten flexibeler, moet de regelgeving dan nog zo stroef blijven? Waarom laten we het zwemmen niet overal toe tenzij het expliciet op specifieke plekken verboden is? Als we een uitgebreider meetsyteem hebben, kunnen we gerust met een vlaggensysteem werken, zoals aan de kust. Een groene vlag als je mag zwemmen, bij een rode vlag is de waterkwaliteit niet goed genoeg en zal het even niet kunnen.
Kafkaiaanse regeltjes
Zwemmen in open water is in Vlaanderen onderhevig aan een hoop kafkaiaanse regels die uit een ander tijdperk komen, zoals verplichte aanwezigheid van vaste telefoons, hellingsgraden van de waterbodem van maximaal 10 procent tot een diepte van twee meter, zandstroken van dertig centimeter dik en tien meter breed daar waar baders het water betreden, verplichte stortbaden en kleedcabines die moeten bestaan uit niet-wateropslorpend, gemakkelijk afwasbaar materiaal, verplichte laag grof zand van minstens tien centimeter tot op een diepte van twee meter, het houdt niet op. Ook een exploitatievergunning en redders zijn in Vlaanderen verplicht. In andere landen is daar geen sprake van, daar mag je veelal op eigen risico het water in.
Er wordt ons vaak angst aangejaagd als het over zwemmen in open water gaat. Het klopt dat het niet gezond is om in vervuild water te zwemmen, maar het is pas echt gevaarlijk bij een hoge dosis verontreiniging, of bij een lange blootstelling aan de verontreiniging. Zwemmen in de buurt van een actieve overstortwerking is een slecht idee, maar op veel plaatsen is de vervuiling niet zo dramatisch.
De risico’s verbonden aan zwemmen in open water worden disproportioneel uitvergroot. Angst is een slechte raadgever en alle risico’s uitsluiten is onmogelijk. In andere omstandigheden gaan we veel minder verkrampt om met mogelijke risico’s, denk maar aan het verkeer.
Die angst is misschien een groter gevaar dan de waterkwaliteit zelf. Doordat we onszelf met die angst hebben opgezadeld, zijn we vervreemd geraakt van het water. We kunnen het water niet meer lezen. Mensen die zich dan toch in het water begeven, nemen daardoor soms te veel risico’s. Het aantal sterfgevallen door verdrinking ligt in Vlaanderen dan ook hoger dan in Nederland, waar je overal in open water mag zwemmen (tenzij waar het expliciet verboden is).
We moeten dus niet inzetten op meer regelgeving, maar op meer sensibilisering en collectieve kennisopbouw van het water. We leren onze kinderen niet meer wat de gevaren zijn van zwemmen in open water. Daardoor ontnemen we hen tegelijk het plezier van zwemmen in open water.
Heet is het nieuwe normaal
We hebben nog een lange weg af te leggen om een constante waterkwaliteit in alle Vlaamse waterlopen te realiseren. De Europese normen zijn nog niet in zicht. Aanvankelijk moesten onze waterlopen in 2015 helemaal in orde zijn. We kregen uitstel van Europa tot 2027, maar het ziet ernaar uit dat we er tegen 2039 nog altijd niet zijn. De eerste waterrechtszaken in Vlaanderen zijn al gestart (DS 29 juni). Als we niet oppassen, raken we met onze waterkwaliteitsdoelstellingen in dezelfde impasse als met stikstof.
Maar het hoeft niet zo dramatisch te verlopen. Om de waterkwaliteit tot de normen van zwemwater te brengen, kunnen een aantal quick wins ons al een heel eind verder brengen. Daar moeten we niet mee dralen, want de vraag om werk te maken van de waterkwaliteit is nog nooit zo groot geweest. Door de droge, hete periodes (die sinds 2018 het nieuwe normaal lijken te zijn) klinkt de roep om verkoeling nabij de woning luider dan ooit tevoren. Werk maken van waterkwaliteit is de meest sociale maatregel die er is. Iedereen heeft in zijn nabijheid al toegang tot verkoeling, met een aangepaste regelgeving. Het is werken aan klimaatadaptatie. Het is sport, beweging en welzijn voor iedereen. Elke politieke partij moet zich hierin herkennen, elke partij kan hiermee scoren.