Ontmoet… Yves De Bruyckere
2 oktober 2019 at 1:47pmIn deze rubriek gaan we in gesprek met iemand die je wel eens zou kunnen ontmoeten in het Gentse milieu-milieu. Aftrappen doen we met Yves De Bruyckere, Fietsersbonder in hart en kuiten.
Wat moet iemand die jou voor het eerst ontmoet zeker weten over jou?
Ik ben één van de vele vrijwilligers van Fietsersbond Gent. Binnen die vereniging hou ik me vooral bezig met de blog Fietsbult en de facebookpagina.
Hoe ben je bij de Fietsersbond terechtgekomen?
Ik ben begonnen als boze bange vader. In de jaren 90 was ik zo dom om een verkiezingscampagne te geloven die een veilige fietsverbinding beloofde tussen het centrum en de wijk waar we net een huis hadden gekocht. Zes jaar later ging onze oudste dochter naar de humaniora, en die verbinding was er nog altijd niet. Boze mails naar het stadhuis leverden weinig op. Op advies van een vriend stopte ik de individuele mails en ging ik me verenigen met andere fietsers.
Op een bepaald moment zat ik met enkele andere Fietsersbonders in het stadhuis. We kwamen een probleem aankaarten, en de mensen die ons te woord stonden zeiden doodleuk: ‘daar is geen probleem’. Toen is het idee bij me opgekomen om de kracht van het beeld in te schakelen. Zo is de blog Fietsbult ontstaan. Door foto’s te tonen, maken we duidelijk waar er gevaarlijke situaties zijn voor fietsers. Uiteraard brengen we ook positieve verhalen, en bovendien is de blog een prima middel om acties te organiseren.
Eén van de doelen van de Fietsersbond is het beïnvloeden van het fietsbeleid. Hoe doen jullie dat?
Ten eerste door mensen van goede wil te verbinden. Er zijn steeds meer kleine groepen en individuen actief rond fietsen. We willen hen in contact brengen met elkaar, de politiek en de administratie. Ten tweede monitoren we de evolutie van het beleid. In de beginjaren was het knokken om van niets naar iets te gaan: fietsers werden gedoogd op straat, maar een echt fietsbeleid was er niet. De volgende fase zagen we een constant fietsbeleid met kleine en grote verwezenlijkingen, die soms in de luwte gebeurden. Er zijn toen heel belangrijke stappen gezet, zoals de aanleg van het Gaardenierspad. Nu zitten we in een nieuwe periode, waarin de kraan volop open staat. De maatregelen zijn ambitieus.
Zie je ook een evolutie in je eigen denken over fietsbeleid?
Vroeger kwamen we op voor de bestaande fietsers, nu ook voor de bijna-fietsers: mensen die de fiets nog niet vanzelfsprekend vinden. We stellen ons meer de vraag: wat hebben bejaarden, kleine kinderen, kortom de niet-assertieve fietsers nodig? Veel nationale administraties gaan nog te veel uit van de huidige gebruikers. Ze kijken niet naar hoe we zo veel mogelijk mensen op de fiets kunnen krijgen, en houden. Dat is kortzichtig, want de infrastructuur die je nu aanlegt, daar zit je wel mee voor de volgende twintig jaar of langer. En we weten ook dat infrastructuur gebruikers aantrekt. Kijk naar het circulatieplan: geef voetgangers en fietsers meer ruimte en ze komen vanzelf.
Het circulatieplan heeft een grote impact gehad op fietsen in Gent. Hoe kijk jij daar naar?
Het positieve effect van het circulatieplan was véél groter dan ik verwacht had. De transformatie is enorm. Net als in 1997, bij het autovrij maken van een deel van de binnenstad, hebben veel luide roepers luid geroepen en was de aandacht voor de negatieve stemmen bijzonder groot. Het plan is niet perfect, maar ik ben blij met de actie die we samen met het GMF op touw hebben gezet. Als het goed is, mag en moet het ook gezegd worden.
Ik zie ook een verschuiving binnen de fietsgebruikers. Doordat er meer speciale fietsen op de markt komen, vindt een nieuwe groep mensen zijn gading. Bakfietsen en transportfietsen voor ouders en handelaars, plooifietsen voor pendelaars, maar ook echt chique fietsen die als statussymbool de auto naar de kroon kunnen steken. Daarnaast zie je meer en meer mensen die de fiets als enige vervoersmogelijkheid hebben.
Dat veel meer mensen de fiets gebruiken, zorgt ervoor dat het Calimeroverhaal niet meer geldt – toch niet binnen de R40. Ook als fietser moet je je snelheid en gedrag aanpassen aan de verkeerssituatie en aan de anderen. Als 1% van de fietsers cowboys zijn, waren dat er vroeger tien; nu zijn dat er 100. De fietser is dan ook niet meer heilig voor mij, de fiets wél. In al zijn propere eenvoud. Mits een opbouwende handhaving komt dat goed.
Welke invloed hebben organisaties als Fietsersbond en GMF op het beleid van een stad?
Wij kunnen problemen aankaarten en in de belangstelling brengen, en meedenken over oplossingen. Maar laat ons eerlijk zijn: de grote helden zitten in de ambtenarij. Zelfs eenvoudige projecten zijn vaak heel complex omdat er heel veel vingers in de pap zitten: enerzijds de politiek, anderzijds een te groot kluwen aan administraties. In zo’n omstandigheden een degelijk project realiseren, is een huzarenstukje. In sommige gevallen hebben wij hebben natuurlijk het voordeel dat we niet altijd rekening hoeven te houden met die complexiteit. Soms kunnen wij zeggen: los dit op, het is te dringend om te laten liggen. Dan heb ik het bijvoorbeeld over de zwarte punten. Dat is onze rol.
Is de Fietsersbond een anti-autobond?
Het verhaal van ‘mijn auto, mijn vrijheid’ is ongeloofwaardig geworden als je met die auto een groot deel van de tijd mee in de file staat. Toch zijn veel nationale administraties nog als de dood van de hete adem van de boze, stilstaande automobilist. Dat zij meer belang hechten aan autodoorstroming dan aan verkeersveiligheid, is echt niet te doen, en onverantwoord.
Daarnaast zie je de inzichten groeien bij heel wat organisaties en bedrijven waarvan we het vijf jaar geleden nooit verwacht hadden. Ook Unizo, Voka, en zelfs Touring zien tegenwoordig de voordelen van de fiets. In zo’n geval moet je mensen en organisaties de kans geven om zonder gezichtsverlies een bocht van 180° te maken.
Autoverkeer heeft zeker zijn plaats in de stad. Hulpdiensten, leveranciers en minder mobielen moeten overal kunnen geraken. Maar hoe meer mensen op de fiets zitten, hoe meer ruimte er is voor autogebruikers die hun auto écht nodig hebben.
Wanneer zou de Fietsersbond zichzelf moeten opheffen?
Op het moment dat iedereen veilig én comfortabel van thuis naar het werk, de school, … kan fietsen. In voorbeeldsteden als Kopenhagen en Amsterdam zijn de voorwaarden daarvoor ook nog niet vervuld. Ik denk dat de Fietsersbond dus altijd nog een rol zal hebben als luis in de pels, als verbinder en als kenniscentrum.
Dit artikel werd geschreven door Pieter Van den Brande voor Frontaal (editie herfst 2019), het magazine van Gents MilieuFront. Wil je ook 4x per jaar inspirerende en kritische Frontaal-artikels lezen op papier of digitaal? Word nu lid van GMF en geniet van Frontaal en tal van andere fijne voordelen!