• Wij zijn GMF

    Bart, bestuurslid en divestment-actie

    Samen werken aan een gezonde stad voor onze kinderen

Supertrams, een eerste stap naar beter openbaar vervoer?

26 februari 2015 at 10:00am

Vandaag beginnen de werken voor de komst van de supertrams. Super-wat? Supertrams zijn de nieuwe speeltjes van De Lijn. Met een capaciteit van 378 reizigers is de supertram met zijn 43 meter ruim 11 meter langer dan de huidige Hermelijn-trams. Om de komst van deze mastodonten mogelijk te maken moeten 43 tramperrons langs lijn 1 – de drukste tramlijn van Vlaanderen – opnieuw aangelegd worden. En moeten pas heraangelegde perrons opnieuw opengebroken worden, maar dat is weer een ander verhaal.

Extra capaciteit voorzien voor openbaar vervoer en investeringen in duurzame mobiliteit: daar zijn we allemaal blij mee. Zeker voor wie zich nu regelmatig een haring in een ton voelt. De vraag is of alleen investeringen in infrastructuur zullen volstaan om meer mensen duurzaam te ‘vervoeren’.

Naast capaciteit ook investeren in frequentie en uitbreiding

Meer capaciteit per tram is mooi meegenomen, maar hopelijk wordt dat geen argument om de frequentie van de trams te verminderen. Want wil De Lijn investeren in meer openbaar vervoer of toch vooral de loonkosten voor trambestuurders verminderen? Als reizigers hebben we niet alleen nood aan plaats op de tram, maar ook aan voldoende trams. Niet alleen overdag trouwens: nog niet zolang geleden dacht De Lijn nog het Gentse nachtnet te kunnen afschuiven op een bierbrouwer.

Moet De Lijn (en dus de Vlaamse overheid) trouwens ook op andere vlakken niet eens een tandje bijsteken? Het Pegasusplan dateert al van 2004 en had als doel de investeringen van De Lijn in Gent te stroomlijnen. Maar van dit bijzonder ambitieuze plan werd tot op vandaag enkel het doortrekken van de tram naar Flanders Expo gerealiseerd. Povere resultaten. We hopen dat alsnog een inhaalbeweging volgt. Hoopgevend in dit verband is alvast dat er intussen concrete plannen zijn om eindelijk te beginnen met ‘tram 7’, die station Gent-Sint-Pieters verbindt met Dampoort. Maar van bijvoorbeeld tram 3 is zelfs in de plannen nauwelijks een spoor te vinden.

 

Ook Gent moet mee

Meer capaciteit op trams is mooi. Tegelijk is het ook een doekje voor het bloeden. Want wat zal de grootste verbetering zijn als het beleid onveranderd blijft? Ja, het is toch al iets: we hebben binnenkort tenminste een zitplaats terwijl onze tram mee aanschuift in de file. Dus naast investeringen in beter openbaar vervoer moeten er op sommige trajecten ook minder auto’s komen. Of zelfs geen auto’s. Want wat heb je aan een ‘supertram’ die in de file staat zodra hij het centrum binnenrijdt?

Zolang het stadsbestuur en de Vlaamse overheid geen structurele maatregelen nemen om autoverkeer te ontmoedigen, blijven we allemaal stilstaan. GMF denkt onder andere aan de volgende oplossingen. Gent moet absolute voorrang geven voor tram 1. Bijvoorbeeld door het schrappen langs het tramtraject (zeker tussen Flanders Expo en het centrum) van hinderlijke parkeerplaatsen en objecten en het uitbreiden en handhaven van de toeritdosering voor auto’s. De 2000 extra plaatsen per uur op de tram bieden trouwens net mooie kansen om het stadscentrum van autoverkeer te ontlasten. Bezoekers van onze Arteveldestad kunnen dan namelijk parkeren op Flanders Expo, en van daaruit snel en comfortabel in het centrum raken. Dat biedt meteen een uitgelezen kans om heel wat autoparkeerplaatsen in de binnenstad te schrappen en de parkeertarieven te verhogen.

Verder is het mogelijk om de parking op de Kouter om te bouwen tot een pure bewonersparking. Om bezoekers van Gent dadelijk naar de juiste richting te leiden kunnen de richtingaanwijzers naar Gent ook beter duidelijk naar de P+R op Flanders Expo verwijzen. Daar wacht de tram hen op. Nu belandt het meeste autoverkeer nog op de beruchte ‘fly-over’ (B401), een verbindingsweg die dagelijks tienduizenden auto’s richting de Zuid en dus rechtstreeks het stadscentrum instuurt. Ook in het noorden van Gent, aan het andere uiteinde van lijn 1 in Wondelgem, moet een volwaardige P+R komen die al het verkeer vanuit het noorden kan opvangen. Meer openbaar vervoer. Minder parkeerplaatsen. Véél minder auto’s. Voorrang voor trams en bussen.

Tiens, klinkt dat niet allemaal erg bekend in de oren? Ja hoor, want die oplossingen worden al jaren gepredikt door alle mogelijke mobiliteitsexperts. En al even bekend klinkt het koor van politici en kandidaat-beleidsmakers dat in verkiezingstijden aankondigt om ons land richting duurzame mobiliteit te willen loodsen. Tot nu toe meer geblaat dan wol van zodra de stemhokjes terug afgebroken zijn. Na 25 mei hebben de Vlaamse en federale verkozenen vijf jaar de tijd om hun toekomstvisie in daden om te zetten. Naar Belgische normen een politieke eeuwigheid, maar hopelijk tijd genoeg om te werken aan een duurzamer transportmodel voor Gent.

Print

Zonder leden geen GMF!

Word lid vanaf €10 per jaar en ontvang 4x per jaar ons magazine Frontaal

Lid Worden X