• Wij zijn GMF

    An, redactieraad & activiteitenwerkgroep

    Met ludieke en/of inhoudelijke acties maken we van Gent letterlijk en figuurlijk de schoonste stad ter wereld!

Jaarringen lezen om klimaat te reconstrueren: Valerie Trouet begrijpt bomen zoals niemand anders dat doet

1 april 2022 at 6:07pm

In haar boek ‘Wat bomen ons vertellen’ schetst professor Valerie Trouet ons een beeld van een wereld getekend in jaarringen. Een veranderende wereld die onderzocht kan worden via de continue statigheid van zijn longen: de bomen. Een gesprek.

Kunt u omschrijven wat u doet en wat de meerwaarde van uw onderzoek is voor de klimaatwetenschap?
Mijn onderzoek heet dendroklimatologie: ik bestudeer de jaarringen van bomen om het klimaat van de laatste 2000 jaar te reconstrueren. Zo kom ik veel te weten over de impact ervan op ecosystemen en de menselijke geschiedenis.
Daarbij bekijken we de natuurlijke klimaatverandering: het klimaat verandert ook uit zichzelf. Er is weinig data uit het verleden. We zijn het klimaat pas beginnen meten rond 1900, de periode na de industriële revolutie waarin we broeikasgassen zijn beginnen uitstoten. De metingen die we hebben zijn dus van een al door ons beïnvloed klimaat. Daarom hebben we geen gegevens over hoe het klimaat natuurlijk verandert en functioneert. Dus om verder terug te gaan in de tijd maken we gebruik van proxy’s zoals jaarringen.
Ons onderzoek is ook belangrijk omdat de periode van 100 jaar waarin we metingen uitvoeren niet lang genoeg is om trends waar te nemen. Over de antropogene opwarming zijn er zaken die we duidelijk weten: het wordt warmer. Maar er zijn ook facetten die minder duidelijk zijn, zoals neerslagpatronen of de straalstroom. Dus moeten we verder teruggaan in de tijd om te zien hoe uitzonderlijk de huidige verandering is.

Is dat de reden waarom u het boek schreef? Om dat soort kennis aan een groter publiek duidelijk te maken?
Dat is een van de redenen. Ik denk veel na over wetenschap an sich, maar ook over hoe we de brug kunnen slaan tussen wetenschap, beleidsmakers én het bredere publiek. Wanneer je enkel praat over hoe dramatisch we eraan toe zijn, stoppen mensen met lezen. Zelfs ik wil geen boek lezen over hoe erg het allemaal gaat worden. Dat is redelijk zwaar.
In een poging om een breder publiek te bereiken, wilde ik vertellen over mijn tak van de wetenschap – dendrochronologie. Wetenschappelijke ontdekkingen zijn het fijnste wat ik doe in mijn leven. Dat enthousiasme over wetenschap wil ik overbrengen op de mensen. (wordt enthousiast) Kijk wat wij allemaal kunnen! Hoeveel we te weten kunnen komen!

Met COVID zien we dat mensen zelfs al twijfelen aan de realiteit zelf. Is dat niet frustrerend voor iemand die met feiten bezig is?
Voor het bredere publiek is ‘wetenschapsontkenning’ door COVID heel duidelijk geworden, maar voor ons klimaatwetenschappers is dat al tientallen jaren zo. We zeggen al zo lang ‘dit komt er aan’, en niemand luistert. In de VS was dat al vroeg duidelijk, maar het kwam in een stroomversnelling rond de verkiezing van Trump in 2016. Dat was een van de redenen waarom ik mijn boek in 2017 ben beginnen schrijven. Ik wou aantonen dat wetenschap niet elitair is, niet iets saais.

Regelmatig steekt de discussie over uitheemse en inheemse bomen de kop op. Uitheemse bomen zouden beter zijn voor adaptatie en een stedelijke omgeving, inheemse voor biodiversiteit. Is dit volgens jou een zinnige discussie?
Het is complex. Een stedelijke context is sowieso geen natuurlijk ecosysteem. Ik zie geen probleem om daarin met uitheemse soorten te werken, al wil je invasieve soorten wel vermijden.
Als je nu een nieuwe boom plant, dan wil je dat die minstens honderd jaar oud wordt. Maar binnen honderd jaar zal het klimaat er anders uitzien. Het zal veel warmer zijn, veel droger. Dus waarom zou je een inheemse soort van nu aanplanten, als die de verandering niet zal overleven? De huidige snelheid van verandering hebben we nog niet meegemaakt in de laatste 2000 jaar. Misschien zijn soorten die beter tegen droogte kunnen, zoals meer  mediterrane bomen, een goed idee. Mochten we niets doen, dan zouden die soorten ook naar hier opschuiven. Maar we moeten nu ook niet beginnen met soorten te importeren uit Azië.

Dus experimenteren?
Er gebeurt al interessant onderzoek waarbij men niet per se nieuwe soorten plant. In het westen van de VS heb je de ponderosaden, die er in een brede gordel voorkomt. Zaden van exemplaren die voorkomen in droge gebieden plant men noordelijker om te zien of ze daar goed groeien en beter bestand zijn tegen de toekomstige verandering.

Op COP26 werd beloofd dat tegen 2030 geen bos meer mag verdwijnen. Denkt u dat dat zal lukken?
Voor zover ik het begrijp, heeft men het verdrag moeten verwateren om Brazilië en Rusland aan boord te krijgen. En mocht Bolsonaro aan de macht blijven, geeft ons dat een goed voorbeeld van hoe onderhevig we zijn aan politiek.
Aan de andere kant zijn we ook wat koloniaal bezig: in Europa en de VS hebben we alle bossen al gekapt, dus is het makkelijk beloven niet meer te zullen ontbossen, want er is niets meer over. Onze eigen ontbossing heeft enorm bijgedragen aan de problemen waarmee we nu zitten, en dan wijzen we met ons morele vingertje naar landen die nog niet zo ver staan in hun economische ontwikkeling. Voor ons is het dus makkelijk om zoiets te ondertekenen.

U verzet zich tegen klimaatnihilisme, waarbij u zegt dat 2°C beter is dan 3°C, en 3°C beter dan 4°C. Zorgt net die denkwijze niet voor uitstelgedrag?
Dat denk ik niet. Het lijkt voor mij de enige manier om niet in nihilisme te vervallen en om te blijven gaan. Het is de complexe samenhang van economie, ecologie en politiek die ervoor zorgt dat je zelfs op kleinere schaal, zelfs in Vlaanderen, de eerste stap niet gezet krijgt. Hoe moet dat dan gebeuren op globale schaal?
Om eerlijk te zijn was de 1,5°C van het Parijsverdrag niet realistisch. Wat er effectief op tafel lag, was 2,5°C. Drie jaar later merkten we dat we daar niet eens aan geraken, dus zitten we op 3°C.
Parijs was net als het ontbossingsverdrag: het absolute minimum. Het was vrijwillig, iedereen doet wat hij wil doen. En in de praktijk geraakt bijna niemand aan dat beginpunt – ook België niet. (opgelaten) Kun je dat geloven, België, een rijk land binnen de EU, klaagt dat het te veel moet doen! Waar zijn we mee bezig?

Wat denkt u over geo-engineering?
Er is volgens mij slechts één manier die ons zou kunnen helpen, en dat is de opslag van koolstofdioxide: het technologisch onttrekken van CO2 uit de atmosfeer en die opslaan. CCS (Carbon Capture and Storage) heet dat. Nu bestaat dat op schaal van individuele energiecentrales. Als we manieren vinden om dit op grote schaal te doen, wordt het beloftevol. De oorzaak van de opwarming verwijderen uit de atmosfeer: nabootsen wat bossen op een natuurlijke manier doen. Er moet wel nog veel onderzoek gebeuren en dat is duur. Alle modellen die voorspellen hoe we de globale opwarming kunnen beperken, gaan ervan uit dat we binnen de 30 jaar CCS-technologie op grote schaal zullen ontwikkelen, en dat die effectief zal zijn. Maar voorlopig wordt het enkel gebruikt om fossiele brandstoffen te blijven verbranden, om daarvan een nuloperatie te maken. Niet om effectief CO2 uit de atmosfeer te verwijderen.

Wat heeft 2022 nog in petto voor u qua onderzoek?
In het zuidoosten van de VS gaan we een groot onderzoek doen naar moerascypressen, oude bomen met mooie ringen. En er komt ook een cool project in samenwerking met professor Jan Van Den Bulcke, houttechnoloog aan Universiteit Gent. Om de temperatuur van de voorbije vier- à vijfduizend jaar te reconstrueren, gaan we  bristleconedennen onderzoeken. Dat zijn de oudste bomen ter wereld, tot vijfduizend jaar oud, die in het westen van de VS groeien en zeer mooie ringen hebben, maar niet echt een sterk klimaatsignaal. Dat komt doordat  ze  hoog in de bergen groeien waar het koud is, maar ook zeer droog. In jaren waarin de dennen smalle ringen hebben, kan dit wijzen op een droge of koude zomer. Enkel de breedte meten geeft dus weinig informatie over de temperatuur. We gaan een andere parameter gebruiken om de jaarringen te meten, namelijk de dichtheid van het hout, wat veel gevoeliger is voor temperatuur alleen. (wanneer er een hoge dichtheid van cellen is, weet je dat er een warme zomer is geweest. nvda) We zullen dus veel verder in de tijd teruggaan dan we tot nog toe gedaan hebben. Maar het is een project verspreid over meerdere jaren, dus het duurt wel nog even.

Dit artikel werd geschreven door Michaël Verest voor Frontaal (editie lente 2022), het magazine van Gents MilieuFront. Wil je ook 4x per jaar inspirerende en kritische Frontaal-artikels lezen op papier of digitaal? Word nu lid van GMF en geniet van Frontaal en tal van andere fijne voordelen!

Foto’s: Geoff Notkin, Pixabay Lefteye81 (bos) Unsplash Juvian Duff (Bristleconden)

Print

Zonder leden geen GMF!

Word lid vanaf €10 per jaar en ontvang 4x per jaar ons magazine Frontaal

Lid Worden X