Roepen, maar niet gehoord worden
9 februari 2020 at 12:28pmEen sociaal-psychologische analyse van de klimaatzaak
Nooit eerder bestonden er zo veel media voor massacommunicatie, nooit eerder was het zo eenvoudig om kennis en wetenschap breed kenbaar te maken. En toch slagen we er niet in om de basiskennis over de grootste bedreiging voor ons bestaan – de wetenschappelijk feiten over de opwarming van de aarde – algemeen aanvaard te krijgen. En daar waar het stilaan doorsijpelt, denkt men er nog niet aan om met de invoer van noodzakelijke ingrepen te starten. Het feit dat dit niet gebeurt, wordt al te vaak bij de (niet-)ontvanger gelegd. ‘Te dom, te egoïstisch om zich aan te passen’. Hoewel dit voor enkelingen misschien wel het geval is, helpt dat discours de klimaatzaak allesbehalve vooruit. Het levert enkel polarisering op en stigmatiseert een groep die helaas nog altijd zeer groot is. Zolang we er niet in slagen om de processen die aan de grondslag liggen van de onwetendheid en/of kwaadwilligheid te begrijpen, zullen we blijven falen in onze missie om van de klimaatzaak een gemeenschappelijk gedragen doelstelling te maken.
Waarom is de boodschap nog altijd niet algemeen verspreid? Hieronder overlopen we, zonder te beweren volledig te zijn, enkele sociaal-psychologische fenomenen die de verspreiding van kennis over de klimaatzaak in de weg staan.
1. Beschikbaarheidsheuristiek
Beschikbaarheidsheuristiek (hierna b.h., GMF) is het fenomeen waarbij iemand de waarschijnlijkheid van gebeurtenissen afleidt uit het gemak waarmee men voorbeelden uit het geheugen kan oproepen. Kan men zich iets herinneren van vroeger, dan moet het wel belangrijk zijn – zelfs belangrijker dan recentere gegevens.
De b.h. heeft twee bijwerkingen die op een directe manier problematisch zijn voor de klimaatproblematiek. De eerste is de basisfrequentievalstrik: percepties en meningen worden vaker beïnvloed door levendige levensverhalen dan door statistische gegevens en feiten. Bij de klimaatproblematiek zorgt die valstrik er – voorlopig nog – voor dat veel mensen vandaag nog geen concreet voorbeeld hebben ervaren die de klimaatproblematiek rechtstreeks blootlegt, en blijft het dus allemaal weinig reëel. Al slaat de opwarming van de aarde vandaag al op vele plaatsen ter wereld toe, voor velen zijn die effecten (a) niet rechtstreeks voelbaar of (b) ‘bekende’ natuurfenomenen die vroeger ook al plaatsvonden – maar die weliswaar frequenter of extremer voorkomen. Dus linken vele mensen ze niet rechtstreeks aan de klimaatproblematiek. Kortom, hoewel cijfers en voorspellingen blootleggen dat de impact groot is en nog groter zal worden, neigen mensen om de bedreiging minder serieus te nemen omdat ze zelf geen concrete voorbeelden uit het geheugen kunnen oproepen. Ter contrast: extreme gebeurtenissen die in ons gemeenschappelijk geheugen staan gegrift (zoals bv. de gruweldaden van Marc Dutroux in de jaren 90 of de aanslagen in Brussel van 2016) hebben tot op vandaag een enorme impact op het onveiligheidsgevoel van de Belgen. Terwijl de kans dat dit soort gebeurtenissen zich voordoet bij een specifiek persoon vanuit een zuiver statistisch en rationeel perspectief enorm klein is.
Een tweede kwalijke uiting van de b.h. is het valse-consensuseffect. Mensen die begaan zijn met het klimaat en er zich voldoende over informeren, gaan ervan uit dat andere mensen dan ook doen. Zo onderschatten ze hoe groot de groep wel niet is die lak heeft aan de klimaatbeweging. Wie zich laat omringen door gelijkgezinden, hoort voornamelijk soortgelijke meningen, waardoor we de groep die ‘nog niet mee’ is in getal gaan marginaliseren. Preken voor de eigen parochie zet geen zoden aan de dijk, veel belangrijker is het om met andersdenkenden in interactie te gaan. Net die dialoog is zo cruciaal om uit het consensuseffect te treden en in te zien wat er bij klimaatsceptici speelt. Enkel zo kunnen we er in slagen om een antwoord of aanpak op maat te vinden, en de non-believers te overtuigen van het belang van de klimaatzaak.
2. Vaccinatie-effect
Zonder van de klimaatkwestie een generatiekwestie te willen maken, valt het toch op dat oudere generaties moeilijker te overtuigen zijn van de noodzaak tot ingrijpende verandering. Dat is te wijten aan het sociaal-psychologische vaccinatie-effect: er wordt al veel langer gewag gemaakt van de opwarming van de aarde, maar vroeger werd er in wetenschappelijke kringen minder over geschreven of ontbrak het de meeste publicaties aan urgentie. De klimaatbeweging werd in één adem genoemd met geitenwollensokken. Dat vaccinatie-effect vertaalt zich daarom vandaag als volgt: zestigplussers zijn als het ware immuun geworden voor de huidige bewijslast, want in hun hoofd hebben ze de vroegere, minder breed gedragen versie al weggezet als idiotie en ‘hippie-toestanden’.
3. Cognitieve dissonantie en zelfbevestiging
Er is een enorm intern spanningsveld tussen a. beseffen dat bepaald gedrag schadelijk is voor het ecosysteem en b. dat gedrag toch stellen. Dit spanningsveld uit zich in stress en schuldgevoel, waar je het liefst zo snel mogelijk vanaf wil. De weg van de minste weerstand is niet jouw gedrag ingrijpend veranderen, maar wel je attitudes aanpassen. Het is met andere woorden gemakkelijker om de klimaatbeweging weg te zetten als ‘te extreem’ of ‘overdreven’, in plaats van minder de auto te gaan gebruiken of als politicus ingrijpende veranderingen door te voeren. De wetenschappelijke kennis wordt hierbij in het beste geval wel gehoord, maar subtiel genegeerd omdat het zowel cognitief als voor het eigen zelfbeeld niet verenigbaar is met de huidige luxueuze levensstijl.
Waarom resulteren feiten niet in gedragsverandering?
1. Tragedy of the commons
Binnen het huidige systeem zijn individuele kortetermijnbelangen – nu nog – tegengesteld aan gemeenschappelijke langetermijnbelangen. Daarom blijven mensen voornamelijk kiezen voor gedrag dat rechtstreeks wordt ‘bekrachtigd’, bv. voor de bedrijfswagen die financieel voordeel oplevert, of voor de vlucht die goedkoper is dan de trein. Onze individualistische cultuur werk dat nog meer in de hand. Bovendien houdt de gemiddelde mens vast aan een onrealistisch positief beeld op de mate waarin men de toekomst kan beïnvloeden. Die zelfdienende cognities maken dat de individuele kortetermijn-noden blijven primeren boven het gemeenschappelijk langetermijnbelang. Daarnaast is er nog de verleiding tot het ‘sociaal lijntrekken’, waarbij mensen niet tot inspanningen komen omdat ze het gevoel hebben dat anderen die ook niet doen (bv. ‘China is het grootste probleem’).
2. Het klimaatdiscours in een maatschappelijke sandwich
Ook de nog altijd grote maatschappelijke ongelijkheid maakt het moeilijk om door te dringen tot bepaalde groepen van de bevolking. De kloof tussen rijk en arm maakt dat de klimaatbeweging ietwat in een sandwich zit, waarbij de ‘aanvallende’ benadering van de klimaatbeweging (in het beste geval responsabiliserend, maar vaak ook culpabiliserend) voor meer stereotypering en weerstand zorgt langs beide kanten van het sociaal-maatschappelijk spectrum.
Jullie, de elite – wij, het volk
Het is nu eenmaal een gegeven dat een grote groep mensen nog altijd in armoede leeft of op z’n minst andere prioriteiten (zoals ziekte, racisme, verslaving of huiselijk geweld) kent. Voor hen komt die klimaatbeweging over als een ‘elitaire’ beweging. Ze zijn bezig met overleven en het hoofd boven water te houden, en zien het klimaatthema weggelegd voor elitairen met te veel tijd en middelen. Besparingen die worden opgelegd in functie van het klimaat of een belerende vinger die op ‘slecht’ individueel gedrag wijst leidde tot weerstand en weerzin voor de klimaatbeweging bij onder andere de gele hesjes en landbouwers.
Hoewel de klimaatbeweging voor armen een elitaire stempel draagt, richt het zelf zijn pijlen ook vaak op ‘de elite’. Vooral rijken, politici en werkgevers worden sterk geviseerd in debatten, waarbij de schuld voor de klimaatramp vaak eenzijdig in hun bakje wordt gelegd. Maar in die boodschap zit dikwijls een fundamentele attributiefout, waarbij te veel wordt gefocust op persoonsgebonden en te weinig op situationele oorzaken. We neigen met politici en CEO’s man en paard te noemen, maar vergeten selectief om complexe politieke systemen, socio-culturele contexten, historische en sociaal-psychologische factoren mee in de puzzel op te nemen. Uiteraard hebben de ‘elite’ een grote verantwoordelijkheid en roepen we graag op tot politieke moed en inspanningen, want zij hebben hier immers de beste wapens en middelen toe. Maar we mogen hen niet overladen met alle zond(vloed)en van Israël, want dat zou net een grotere weerstand voor de klimaatzaak kunnen opwekken.
3. Conclusie
Is deze analyse een poging om iedereen carte blanche te geven om massaal te blijven vervuilen en niet in actie te schieten voor het klimaat? Wordt hiermee de urgentie van het probleem ontkend? Uiteraard niet, het is veeleer een oproep om doordachter en genuanceerder over het thema te communiceren. Het hele discours van responsabilisering en het wijzende vingertje hebben dan wel het klimaat onder ieders aandacht gebracht, momenteel schieten ze hun doel voorbij. Laat deze analyse een startpunt zijn om creatiever en doelgerichter te communiceren. Willen we vechten tegen de bierkaai of gaan we hoopvol de dialoog aan? Het antwoord op die vraag zal bepalen of we nog lang zullen blijven roepen, of dat we eindelijk worden gehoord.
Dit artikel werd geschreven door Simon Defruyt voor Frontaal (editie winter 2019), het magazine van Gents MilieuFront. Wil je ook 4x per jaar inspirerende en kritische Frontaal-artikels lezen op papier of digitaal? Word nu lid van GMF en geniet van Frontaal en tal van andere fijne voordelen!