Pleidooi voor meer radicaliteit
18 september 2019 at 4:16pmProf. dr. Thomas Block heeft van de duurzame transitie bijna letterlijk zijn levenswerk gemaakt. Naast hoofddocent Duurzaamheid & Governance aan de faculteit Politieke Wetenschappen van UGent is hij ook opdrachthouder Duurzaamheid binnen een strategisch proces van de UGent-rector en directeur van het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling (CDO), een interfacultair samenwerkings-verband met uiteenlopende missies.
‘Al bijna 25 jaar voert het CDO op multidisciplinaire wijze onderzoek naar duurzaamheidskwesties. Sinds een tiental jaar geven we ook les over duurzaamheid aan studenten uit verschillende richtingen van de UGent, van economen tot ingenieurs. Via dienstverlening helpen we onze campussen en opleidingen te verduurzamen, maar ook buiten de universiteitsmuren dragen we bij aan de transitie. Zo ontwierpen we de stadsmonitor (instrument om de duurzaamheid en leefbaarheid van Vlaamse steden in kaart te brengen, GMF) en gaven we advies aan transitienetwerken als Pulse en Transitienetwerk Middenveld. Binnen de Gentse stadsacademie helpen we mee complexe duurzaamheidsvraagstukken aan te pakken rond duurzame voeding, klimaatuitdagingen, Gentse aandachtswijken enzovoort.’
Waarheid
De erkenning van de complexiteit van duurzaamheidsvraagstukken staat centraal in onze lessen en onderzoek. Academische discussies over feitenmateriaal en het maatschappelijk debat tonen immers aan dat er niet één objectief juiste oplossing of waarheid bestaat. Over zaken als de klimaatkwestie of duurzame voeding bestaan verschillende interpretaties en dito oplossingspaden. Sommige zijn systeembevestigend, andere pleiten voor een radicale verandering van de dominante structuren en praktijken.’
Kill your dogmas
‘We hebben meerdere duurzaamheidsstrategieën nodig om systeemveranderingen te realiseren. Technologische innovatie is noodzakelijk, maar overheden, markt en wetenschap zitten te vast in hun dogma’s van economische groei en eco-efficiëntie. Die benadering is onvoldoende en bestendigt het status quo. Met de toename van de algemene welvaart groeit ook de sociale ongelijkheid, en ondertussen overschrijden we vele ecologische grenzen. Zonder extra aandacht voor sufficiëntie (matiging, sobere levensstijl en consumptie), ontmarkting (economische modellen die niet focussen op winst en groei, bv. CSA-boerderijen of coöperaties als EnerGent) en herverdeling (bv. een basis- en maximuminkomen, de erkenning van een ecologische schuld van het Westen aan groei- en ontwikkelingslanden) lukt het niet.’
Climate justice
‘Want de transitie moet niet alleen ecologisch duurzaam zijn, ze moet ook sociaal rechtvaardig zijn. Daarom kan ik me vinden in de ideeën van de Environmental Justice Movement. Die beweging strijdt samen met burgers op lokaal niveau tegen de ongelijke verdeling van zowel milieukosten als -baten, zoals propere lucht, drinkbaar water en toegang tot groen. Het antwoord op klimaatverandering moet dan ook ‘climate justice’ zijn, niet in het minst omdat degenen die er het minst verantwoordelijk voor zijn meestal de grootste slachtoffers worden.’
Kennis brengt nuance
‘Dat er verschillende interpretaties bestaan over hoe met de klimaatkwestie om te gaan, toont net de moeilijkheid ervan aan. Dat is precies wat wij onze studenten willen laten zien. We vragen hen om bij controversiële kwesties zoals het gebruik van ggo’s of rekeningrijden naar alle verschillende discoursen te luisteren: wie zit er in het voor- en tegenkamp, wat zijn hun argumenten, wat is het achterliggende wereldbeeld enzovoort. Zo leren ze het debat ten gronde kennen en kunnen ze het in een vijftal hoofddiscoursen onderbrengen. Eens ze die analyse hebben gemaakt, moeten ze hun persoonlijk standpunt weergeven. Het erkennen van de complexiteit mag zeker niet leiden tot een allesverlammend relativisme. Integendeel, omdat een objectief juist antwoord ontbreekt leren we studenten een eigen argumentatie te ontwikkelen.’
Oneerlijke ontkenners
‘Goed geconstrueerde wetenschappelijke feiten zijn essentieel bij transitieprocessen. Het is potsierlijk dat figuren als Trump, Bolsonaro of Jean-Marie Dedecker ontkennen dat onze huidige manier van consumeren en produceren voor klimaatverandering zorgt. De wetenschappelijke onderbouwing door bijvoorbeeld het IPCC is zeer solide. Ik geloof dat bepaalde politici en bedrijfsleiders goed beseffen dat we met een groot probleem zitten, maar toch bewust kiezen voor een makkelijk, minder lastig discours met het oog op electorale of financiële winst. Rechtse populistische leiders hebben het ook steeds meer over landsgrenzen; alsof ze globale problemen als het klimaat kunnen buitenhouden, alsof die niet van hen hoeven te zijn!’
Framing
‘Tegelijk kan je er niet omheen dat ook het IPCC een bepaalde framing hanteert. Zo wordt klimaatverandering vandaag gezien als het resultaat van een té grote globale uitstoot van CO2. Vanwaar die uitstoot komt maakt dan niet veel uit en laat toe handel te drijven in CO2–emissies. Je kan de vraag stellen tot wat andere framings zouden leiden. Moeten we bijvoorbeeld geen onderscheid maken tussen de uitstoot van een Soedanese vrouw die voor haar familie een sobere maaltijd klaarmaakt en de uitlaatgassen van een SUV in Zwalm die 2 kilometer verder naar de bakker rijdt? Zulke vragen sluiten aan bij het begrip klimaatrechtvaardigheid.’
Gentse voorlopers
‘We hebben echt nood aan meer radicalisme, systeemontwrichters, kathedraalbouwers die voorbij instant resultaten kijken, mensen die hun nek uitsteken. Dat gebeurt nu nog veel te weinig, en dan heb ik het over alle politieke niveaus. In Gent heeft Filip Watteeuw dat tot op zekere hoogte gedaan met het mobiliteitsplan: hij heeft niet gewacht op een breed draagvlak, maar koos voor de avant garde – wel goed omringd en gesteund door zijn coalitiepartners. De stad is ook een voorloper met Gent en garde, de duurzame voedselstrategie en ondersteuning van stadsboerderijen zoals de Goedinge, maar tegelijkertijd zie ik het Gentse OCMW 450 ha landbouwgronden verkopen aan de investeringsfamilie Huts. Een gemiste kans, net als de Gentse korteketenstrategie die de productiewijze niet meeneemt.’
GMF & het momentum
‘Milieuverenigingen als Gents MilieuFront kunnen wel degelijk een rol spelen in de duurzame transitie. GMF vervult haar taak qua informering en sensibilisering met verve, maar mag – net als vele andere ngo’s en instellingen – nog meer haar lineaire werking loslaten. Minder handelen volgens jaarplan, strategische doelstellingen, acties en uitrol, meer organisch reageren op een politiek momentum en toeslaan als een echte policy entrepreneur: verschillende processen, gebeurtenissen en kansen aan elkaar koppelen. Pas zo weeg je echt op de politieke agenda. Agalev heeft dat destijds uitstekend gedaan met de dioxinecrisis, terwijl Groen en sp.a dit jaar het momentum van het klimaatthema compleet hebben gemist. Daarnaast wil ik van sociale bewegingen graag een radicaler discours horen en sterke acties zien die ingaan tegen dominante actoren. Het is niet omdat bepaalde overheden voor financiële steun zorgen dat je enkel binnen hun politieke processen mag discussiëren en lobbyen.’
Sterke niches, sterke diensten
‘Ik geloof in mature niches die op termijn het systeem kunnen uitdagen. Neem nu autodelen, die niche is zodanig gegroeid en gediversifieerd dat ze nu al het dominante mobiliteitsmodel onder druk zet. Nieuwe economische modellen waar diensten in plaats van producten centraal staan, ook daar zit muziek in. Koop niet langer lampen of printers die slijten, maar betaal voor services als licht of printbeurten! Producenten zullen dan kwantitatief minder maar kwalitatief betere producten maken die langer meegaan. Maar voor die zaken is een radicale systeembreuk nodig. Sommige duurzaamheidstransities zijn al op til, maar voor andere breuken vrees ik dat we eerst een soort van ramp of drama moeten meemaken. Pas dan zullen mensen verontwaardigd genoeg zijn om nieuwe structuren en praktijken te aanvaarden.’
Komt het allemaal nog goed?
‘De Franse filosoof Bruno Latour gebruikt een mooie metafoor om dit nieuwe tijdperk voor te stellen. Hij spreekt over een nieuw klimaatregime waarbij de aarde niet langer enkel incasseert, maar ook begint terug te slaan. Denk maar aan extreem weer zoals droogtes en hittegolven, of overstromingen en stormen. Ze is met andere woorden zelf een speler op het toneel geworden, tussen de andere actoren. Toch slaat ze blijkbaar nog niet hard genoeg in ons gezicht, want we razen gewoon verder. Het zal eerst echt pijn moeten doen voor we willen veranderen. Toch blijf ik geloven dat wanneer we echt grondig nadenken over wat we nodig hebben om goed te leven, het alsnog goed kan komen.’
Dit artikel werd geschreven door Thijs Michiels voor Frontaal (editie herfst 2019), het magazine van Gents MilieuFront. Wil je ook 4x per jaar inspirerende en kritische Frontaal-artikels lezen op papier of digitaal? Word nu lid van GMF en geniet van Frontaal en tal van andere fijne voordelen!