De voorbeeldfunctie van het Maaseikplein: Stad Gent op weg naar een klimaatrobuuste toekomst
20 december 2021 at 7:16pmIn september 2022 lichtte landschapsarchitect Maarten Kaptein zijn ontwerp van het Maaseikplein toe op het seminarie More Green Cities for Europe als good practice voorbeeld van groene stadsinfrastructuur en klimaatadaptatie. Het project past binnen het doel van Stad Gent om klimaatrobuust te worden tegen 2030.
Het Maaseikplein ligt in de Gentse binnenstad naast de Sint-Baafskathedraal. In 1905 kwam hier voor het eerst een minutieus onderhouden hofje met exotische planten. Toen in de jaren 1980 Koning Auto heerste, werd een groot deel van het oorspronkelijke park verhard om plaats te maken voor parkeerplaatsen. Na de invoering van het Circulatieplan werd de parking omgetoverd tot een plein met picknickbanken en houten speelsculpturen. Toen de Gentse Milieudienst op zoek was naar gebieden om te ontharden, werd in samenwerking met de Groendienst het idee voor Fruitgaard XL geboren.
Het Lam Gods als inspiratiebron
Het park werd hersteld tot zijn oorspronkelijke grenzen uit 1905 en biedt sinds anderhalf jaar een aangenaam vertoeven aan studenten in de blok, voorbijgangers die even willen keuvelen of picknickende gezinnen. Spelende kinderen en sociale cohesie moesten centraal staan. Het park slaat een brug naar het Lam Gods dat een inspiratie vormde voor de beplanting. Net als in het schilderij, vinden we er een amandelboom en moerbei terug. Ook voor de kruidenmengsels die ingezaaid werden in de verschillende borders, haalde Kaptein zijn mosterd bij de gebroeders Van Eyck. Het park is ‘s zomers een bloemenveld van duizendblad, kaasjeskruid, prikneus, goudsbloem en lievevrouwebedstro; allemaal inheemse planten die erg in trek zijn bij insecten. Vruchtdragende planten konden niet ontbreken in de vernieuwde fruitgaard. Zo werd het parkje een heuse Fruitgaard XL met rode bes, appel-, peer- en pruimsoorten.
Klimaatrobuust
Die kleine biodiversiteitsboost was slechts één van de baten. Het ganse project kadert binnen de poging van Stad Gent om klimaatrobuust te worden tegen 2030. Gent wil bestand zijn tegen overstromingen en droogte en een leefbare stad zijn tijdens hittegolven. Om dit te bekomen moet meer ruimte gemaakt worden voor groen dat kan optreden als een natuurlijke airco. In de binnenstad en in sterk verharde wijken zoals Dampoort, Sluizeken en Brugse Poort kan het temperatuurverschil met het omliggende platteland tot 8°C oplopen door het stedelijk hitte-eiland-effect. Meer groen in de stad kan dat effect temperen. Ontharding zorgt bovendien voor meer infiltratie van regenwater in de bodem.
Hoe ver staat Gent? Ik nodig mezelf uit bij Kaptein voor een interview. Het gesprek dat ik met hem mag voeren, doet alvast dromen van een groenere stad.
Je bent landschapsarchitect bij Stad Gent. Wat houdt dat in?
Plannetjes tekenen (lacht).
Als landschapsarchitect zie ik het als mijn missie om een aantrekkelijke ruimte te creëren voor mens, plant en dier. Dat is niet altijd evident. Je moet rekening houden met de uiteenlopende wensen van de bewoners, maar ook met de gebouwen, het erfgoed, de bodem, de bestaande beplanting, mobiliteit … Elke randvoorwaarde is een puzzelstukje en die puzzel moet nauwkeurig worden gelegd.
Merk jij de laatste jaren een wijziging in focus binnen de landschapsarchitectuur? Staan klimaat en biodiversiteit actiever op de agenda?
Dat begint te komen, al is het soms wat traag. In België komen we daarin een stukje achter ten opzichte van Duitsland of Denemarken.
Stad Gent heeft wel een duidelijke visie. Het is een vooruitstrevende en een tikkeltje eigenwijze stad. Om dingen te veranderen moet je soms zelf het voortouw nemen en dat doet Gent wel. Zo kunnen we misschien een soort voorbeeldfunctie hebben voor andere steden of gemeenten. Oei, dat klinkt misschien een beetje arrogant (lacht). Maar ik vind wel dat Gent sterk inzet op gebied van biodiversiteit, klimaat en natuurzorg.
Dat komt zeker ook door de Gentenaars zelf.
Kun je een voorbeeld geven van hoe Stad Gent uitblinkt daarin?
Bij de groendienst zit veel expertise. Zo maakt onze stadsecoloog Geert Heyneman zich sterk voor behoud en versterking van de natuur. Edwin Verschelde adviseert masterplannen, omgevingsvergunningen en kapvergunningen met behoud van bomen en meer diversiteit als uitgangspunt. Het RUP groen is door de inzet van vooral Sofie Custers, samen met andere diensten, tot stand gekomen. Aan alle landschapsarchitecten wordt gevraagd om bestaande heesters te behouden omdat die waardevol zijn voor vogels. Er wordt minder gemaaid. Zeker de laatste jaren is daar sterk op ingezet.
Biodiversiteit en klimaat zitten echt in de mindset nu. Ontharden is een basisprincipe geworden.
Gaat de ontharding wel snel genoeg?
Dat gaat geleidelijk. Enerzijds zit er een vertraging op het uitvoeren van plannen. Vooraleer een plan uitgevoerd wordt, zit daar al gauw 3 à 5 jaar tussen. Anderzijds kun je ook niet overal tegelijk bezig zijn. Als je door de stad rijdt, denk je misschien ‘oei, zoveel beton en asfalt’, maar dat kan niet in 1-2-3 onthard worden. Dat gaat vaak samen met vernieuwing van riolering, wat in fases gebeurt. Daar gaat nu eenmaal tijd over.
Maar ze zijn er wel, de onthardingsprojecten. In Oostakker zijn we nu bezig met een groot dossier waar 4000 vierkante meter onthard wordt. Dat is knap. Bij alle wegenisdossiers wordt zoveel mogelijk vergroend en wordt er sterk ingezet om enkel functionele verharding aan te houden.
Het is trouwens niet enkel aan Stad Gent om hierin beslissingen te maken. De Stad is niet overal eigenaar of beslisser van het openbaar domein en vaak moeten we in overleg met Wegen en Verkeer of de Vlaamse Waterweg. Voor het opnieuw openleggen van waterlopen zoals de Kolveniersgang bijvoorbeeld: daar zijn meerdere partijen mee bezig. Er is ook veel om rekening mee te houden. Er liggen kabels en rioleringen, er moet onderzocht worden hoe vervuild de bodem is … Hetzelfde voor de studies rond groene oevers in Gent. Daar is een lang voortraject, maar daardoor gaan we nu wel op een 5-tal locaties groene oevers realiseren én is er in samenwerking met de Vlaamse Waterweg een proefproject gestart met drijvende eilanden.
In een ideale wereld gaat dat allemaal wat sneller. De realiteit is anders. Maar kijk, de Reep was ook een langdurig project en dat is toch gelukt!
Mochten er geen beperkingen zijn rond budget, ruimte of onderhoud: hoe ziet jouw ideale Gent er dan uit?
Mijn droomstad is een stad waar een kind van zes zich samen met zijn ouders veilig doorheen kan verplaatsen en waarin het bovendien tof is om dat te doen omdat de route tal van mooie natuur- en speelplekjes te bieden heeft.
Als Gent kan doorgaan zoals het nu bezig is, zullen we die droom ook bereiken.
Dit artikel werd geschreven door Anke De Sagher voor Frontaal (editie winter 2021), het magazine van Gents MilieuFront. Wil je ook 4x per jaar inspirerende en kritische Frontaal-artikels lezen op papier of digitaal? Word nu lid van GMF en geniet van Frontaal en tal van andere fijne voordelen!
Illustraties: Noor Van Weverbergh, Anke De Sagher