GMF vraagt snelle uitrol van fietsnetwerk parallel aan de steenwegen
12 mei 2016 at 12:36pmDeze ochtend organiseerde Gents Milieufront voor de derde keer een simultaantelling van fietspendelaars. Tussen 7u00 en 9u00 werden alle fietsers geteld die het gebied binnen de stadsring inreden. Vandaag werden 10.415 fietsers geteld, dat zijn er 13% meer dan in 2015 en zelfs 16% dan in 2014. We kunnen dus spreken van een mooie groei. GMF vraagt de snelle uitrol van een bewegwijzerd fietsnetwerk parallel aan de steenwegen.
We telden op 30 verschillende kruispunten met 39 vrijwilligers. In totaal zijn er 47 kruispunten, maar we kozen voor de meest belangrijke zodat we zeker zijn dat we meer dan 95% van het werkelijk aantal fietsers geteld hebben. We telden in dezelfde week en in vergelijkbare weersomstandigheden als de voorbije twee jaar.
Conclusies
Met deze telling wil GMF duidelijk cijfermateriaal opbouwen dat de evolutie en de relatieve spreiding van de fietspendelaars naar Gent documenteert. Na na twee jaar stellen we vast dat het totaal aantal fietsers met 16% gegroeid is. We zien dat meer dan de helft de stad binnen rijdt via slechts 6 kruispunten. In afnemende volgorde zijn dat: Dampoortrotonde, Groendreef, Keizerparkbrug, Sint-Lievenspoort, Forelstraat en Heuvelpoort. Daar zitten enkele veilige routes tussen, maar ook enkele gevaarlijke autoroutes waar geregeld ongevallen gebeuren. Voor GMF is het duidelijk dat fietsveilige alternatieven (onderdoorgangen of bruggen) dringend nodig zijn, maar ook dat veel autoluwe routes vandaag nog onvoldoende bekend zijn, omdat bewegwijzering ontbreekt.
Dampoort krijgt steeds meer fietsverkeer te slikken. We zien tegenover 2014 een toename met 30%. Meer dan 1700 fietsers passeren langs de Dampoort op twee uur tijd. Een verkeersveilige oplossing voor fietsers is dus meer dan ooit aan de orde. De nieuwe onderdoorgang onder de sporen, ter hoogte van de Slachthuisstraat, zal de druk iets verlichten, maar een conflictvrije kruising met de R40 zou pas een echte oplossing zijn. Sint-Lievenspoort krijgt steeds meer fietsverkeer te verwerken. Ook hier zien we een enorme toename: 17% erbij sinds vorig jaar en zelfs 42% meer ten opzichte van 2014. Fietsers moeten hier het autoverkeer kruisen dat van de snelweg komt. Er is dringend nood aan een fietsbrug aan de Stropkaai om fietsers uit Ledeberg en Merelbeke veilig de stad te laten binnen rijden. De Gaardeniersburg stelt teleur. Deze fietsersburg vormt een zeer veilige en comfortabele verbinding met Wondelgem en Evergem, maar krijgt in vergelijking met de andere fietsassen weinig fietsers. Zowel aan de stadszijde als aan de overkant is de route niet erg duidelijk. Het aanbrengen van bewegwijzering tot Wondelgem en Evergem zou veel bijkomende fietsers uit deze gemeenten kunnen aanlokken. Verbreding Scheldesluis ter hoogte van de Vlaamse Kaai bljkt succesvol. Op twee jaar tijd is het aantal fietsers dat deze overgang neemt, verdubbeld (van 97 naar 199). Ook de Keizerparkbrug is succesvol; met een groei van 17% tov vorig jaar en 42% tov 2014 is deze fietsroute echt wel ontdekt.
Wat willen we?
Op korte termijn wil GMF dat het stadsbestuur een veilig en comfortabel fietsnetwerk bewegwijzert naar alle deelgemeenten en buurgemeenten, dat niet langs de grote steenwegen loopt maar wel parallel eraan, door rustige straten. Dergelijk netwerk kan op korte termijn gerealiseerd worden, omdat het gebruik kan maken van bestaande wegen en infrastructuur. Alleen de wegwijzers zijn nodig om te starten. Het kan een bijdrage leveren om de verkeersdruk te verminderen bij de invoering van het circulatieplan.
Op lange termijn wil GMF dat de wegbeheerders werk maken van een veiliger fietsverkeer door middel van verkeersingrepen/infrastructuurwerken. Dat varieert van het knippen van straten binnen de R40 – zoals voorzien in het mobiliteitsplan – tot het aanleggen van nieuwe fietsonderdoorgangen en -bruggen.
Wat is de wetenschappelijke waarde van deze cijfers?
Deze telling is niet meer en niet minder dan een momentopname, en dus niet zomaar statistisch ‘valabel’. Belangrijke factoren zoals weersgesteldheid, dag van de week, de blokperiode,… hebben een belangrijke invloed op het totaal aantal fietsers. Toch kunnen we die factoren (groten)deels neutraliseren, door de komende jaren telkens omstreeks dezelfde periode te tellen op een zelfde dag in de week. De factor ‘weersomstandigheden’ kan dankzij de permanente telpunten van de stad (enigszins) verrekend worden. Dit jaar hadden we alvast een heel vergelijkbare situatie als de vorige twee jaar.