• Wij zijn GMF

    Titus, vrijwillig graficus bij Frontaal magazine

    Tijd om te leren over de wereld waarin we leven, vooral mijn Gentje.

Durven we nog dromen in Gent? Rara: het is rond en elke Gentenaar wordt er beter van

12 december 2024 at 6:37pm

En als we meer dan elf kilometer ringweg middenin de stad nu eens ombouwen tot een autoluwe en groene stadsboulevard? Het zou een enorme stap zijn naar een klimaatrobuuste wandel- en fietsstad. Wie durft mee dromen?

Stel je voor: over de hele lengte van de R40 (kleine ring) behoudt elke rijrichting één in plaats van twee autorijvakken. (Parkeer even de vraag waar die privéauto’s dan heen moeten.) Dat betekent dat er rond het historische centrum een breed lint aan ruimte vrijkomt. Daarin kunnen we bomen planten, veel bomen. En vorstelijke voetpaden aanleggen. En brede fietspaden. En vrijliggende beddingen voor tram en bus.

Geen idee van GMF
Een wilde droom van die boomknuffelaars van GMF? Niets van. Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters bekrachtigde het Regionaal Mobiliteitsplan van de Gentse vervoerregio. Daarin staat – we vallen hier in Frontaal even in herhaling, maar ‘t is belangrijk – dat de R40 een lokale weg is, en dat betekent: ‘maximaal gevrijwaard van regionaal doorgaand verkeer. (…) De lokale wegen en de publieke ruimte worden ingericht voor duurzame verplaatsingen en aangename leefomgevingen.’ Muziek in de oren!
En in het Gentse bestuursakkoord 2019-2024 staat: ‘De stadsring krijgt op termijn de allure van een stadsboulevard, met meer evenwicht tussen de verblijfsfunctie en de verkeersfunctie.’ Het huidige bestuur nam zich voor om het nodige onderzoek te voeren ‘zodat er bij het begin van de volgende bestuursperiode concrete plannen op tafel liggen voor een significante verschuiving van het verkeer van de R40 naar de R4.’

Beelden doen dromen
Die plannen zijn er niet en het onderzoek is niet gevoerd. Ook de vragen van Stad Gent aan Vlaanderen bleven onbeantwoord.
Bon, als Gent noch de Vlaamse wegbeheerder het initiatief neemt… dan doet GMF het. We vroegen vier studenten toegepaste architectuur om toekomstbeelden te ontwerpen voor verschillende locaties op de boulevard. Want beelden doen dromen, en dromen doen doen.
En voorlopig doet Vlaanderen nog stug verder vanuit voorruitperspectief: bij de heraanleg van de R40 op de Muidelaan komen er opnieuw vier rijstroken. Vreemd toch, die overdaad aan auto-infrastructuur, want was het niet de bedoeling dat we daar met zijn allen enthousiast op de Gentspoort-tram zouden springen? Ziedaar meteen het antwoord op de vraag waar het privéautoverkeer heen moet: een deel kan langs de R4, een ander deel… verdampt. Automobilisten worden bus- en tramreizigers met meer en beter openbaar vervoer. Automobilisten worden wandelaars en fietsers met meer en betere wandel- en fietspaden. Opnieuw: ‘t is geen vondst van GMF, deze zogeheten modal shift, maar een voornemen van al onze beleidsmakers.

Bespaar ons die ellende
De autoluwe stadsboulevard bespaart ons niet alleen heel wat ellende in de vorm van longziekten, hittestress, verkeersongevallen en geluidshinder, maar ook een paar honderd miljoen euro. Want: met een autoluwe ringweg heb je aan de Heuvelpoort geen peperdure autotunnel meer nodig. Leuk, hé, als puzzelstukjes mooi in elkaar passen?

Drietrapsraket
Met de sfeerbeelden van de studenten hopen we de Gentenaar aan het dromen te brengen over de stadsboulevard. Want op de ring komen heel wat van de GMF-thema’s samen: openbaar vervoer, luchtkwaliteit, verkeersveiligheid… en vergroening. Laten we het enorme potentieel van de stadsboulevard voor dat laatste thema even uitspitten, en wel aan de hand van de 3+30+300-regel. Dat is een erg handige leidraad voor stedelijke vergroening (zie kader). Geheel in lijn met de regel brachten we die onder de aandacht met een drietrapsraket.

Het onderzoek, de man en de brief
Ons onderzoek van de Gentse groensituatie was stap één. Daarna volgde op 8 mei  2024 de lezing van professor Cecil Konijnendijk in Gent, op uitnodiging van Natuurpunt Gent, GMF en Breekijzer. Meer dan 200 aanwezigen hoorden de uitvinder van de 3+30+300-regel uit de doeken doen dat ingrijpend vergroenen ook kan in een stad met veel smalle straten en veel ondergrondse leidingen. En als klap op de vuurpijl riepen meer dan 130 Gentse artsen, psychologen en andere zorgprofessionals in een open brief de Gentse beleidsmakers op om de aanbevelingen van Konijnendijk uit te voeren. Dokters staan erom bekend volstrekt onleesbaar te schrijven, maar deze brief was niet mis te verstaan: ‘De Wereldgezondheidsorganisatie zette “luchtvervuiling en klimaatverandering” in 2019 op nummer één in de lijst met de grootste bedreigingen voor de volksgezondheid. Wie nu denkt aan Chinese steden vol smog en Indiase temperaturen: weet dat Europa het continent is dat het snelst opwarmt. De stad groener maken wordt dus alleen maar dringender.’

Dromen van bomen
Naar dertig procent boomkruinbedekking in de binnenstad, is dat echt mogelijk? Professor Konijnendijk gaf het antwoord: ‘In een wijk met 6 of 7 procent is een toename met enkele procenten al heel wat.’ Anders gezegd: kijk niet op tegen de berg, maar begin gewoon aan je reis. Er is zoveel dat we kunnen doen: ambitieuzer ontharden bij de heraanleg van straten en pleinen, bomen planten in on(der)benutte ruimte en, niet te vergeten: in privétuinen, nog altijd een (grote) blinde vlek in het beleid. En om de cirkel of de ring rond te maken: langs de stadsboulevard natuurlijk. Daar is plaats voor enorm veel bomen, precies waar ze nodig zijn: in het groenarme hart van de stad. Dus bij dezen een warme oproep aan alle Gentenaars: word wakker en begin te dromen!

3+30+300 = werk aan de winkel!
GMF-vrijwilligers onderzochten in welke mate Gent voldoet aan de 3+30+300-regel. Die stelt: zicht op 3 bomen vanuit elk raam, minstens 30 procent boomkruinoppervlak in elke wijk en voor iedereen een park op maximaal 300 meter wandelen. Het volledige rapport vind je op de GMF-site, ziehier de resultaten van het onderzoek in een notendop.

Het groen in Gent is erg ongelijk verdeeld. In de centrumwijken hebben maar weinig mensen zicht op 3 bomen. Ledeberg: amper 10 procent. Sint-Denijs-Westrem-Afsnee: 72 procent. Hetzelfde patroon zien we bij de boomkruinbedekking. Sluizeken-Tolhuis-Ham, Muide-Meulestede en Binnenstad halen de 10 procent niet. Sint-Denijs-Westrem-Afsnee voert de lijst aan met 28 procent.

Het patroon is omgekeerd als we kijken naar de wandelafstand tot een park of groenzone: hier scoren de centrumwijken beter en de buitengebieden minder. In wijken als Drongen of Sint-Denijs-Westrem hebben mensen natuurlijk wel vaker grotere privétuinen.

Gent voldoet nog lang niet aan de – wetenschappelijk sterk onderbouwde – 3+30+300-regel. Er is werk aan de winkel voor het volgende bestuur. Dankzij dit rapport kunnen onze beleidsmakers meteen gericht en doeltreffend aan de slag. De bomen die ons binnen veertig jaar zullen beschermen tijdens (almaar frequentere) hittedagen, moeten vandáág de grond in. Of in de woorden van Cecil Konijnendijk: ‘Bomen zijn basisinfrastructuur!’

Droom weg bij de beelden van de stadsboulevard en lees het Gentse 3+30+300-rapport op onze site.

Dit artikel werd geschreven door Bouke Billiet voor Frontaal (editie zomer 2024), het magazine van Gents MilieuFront. Wil je ook 4x per jaar inspirerende en kritische Frontaal-artikels lezen op papier of digitaal? Word nu lid van GMF en geniet van Frontaal en tal van andere fijne voordelen!

Foto’s Tjörven Ceenewerck

Print

Zonder leden geen GMF!

Word lid vanaf €10 per jaar en ontvang 4x per jaar ons magazine Frontaal

Lid Worden X